(1930 - 1986)
Jan is in 1946 begonnen met een Villiers 125cc motor bij
de toenmalige RKZNMB
1951, Matchless Kampioen bij de NMB in de 500cc klasse
In 1952 is Jan begonnen met een 500cc Norton bij de KNMV
1953, Jan rechts, met de BSA tijdens een Betrouwbaarheids rit
1956, Matchless
1954 tot 1962 BSA
BSA 250 cc
1963, Triumph Metisse
Jan Clijnk
Eerste
Nederlandse winnaar van een 500cc GP, op
13 mei 1956 in Schijndel
#
Heeft 9x Deel genomen aan de
"Motocross des Nations"(1952-1962)
Helmond had
motorcoureur Jan Clijnk (1930 – 1986).
Zijn naam alleen al! Hoe kreeg hij het voor elkaar die met een c en een
i-grec te spellen, terwijl je slechts ‘klink’ hoorde. Nog zo vreemd was
dat hij vlakbij de Steenweg in de Zestien Woningen woonde, een eiland
van krotten in een zee van villa’s. En toch was hij het die van zich
deed spreken. Gelovigen in de Mariakerk konden tijdens de zondagse mis
af en toe het brullend getest van zijn Norton of BSA horen. Iedere
jongen in de banken veerde dan centimeters op.
Wat was het precies met motocross? Als wielrennen voor de boetedoening
na de biecht stond dan was motocross de vergiffenis. Het feit dat
hiervoor bossen werden misbruikt, gaf de sport weer iets illegaals,
alsof de vergiffenis om vergiffenis moest vragen. En dan
vertegenwoordigden de motoren zelf een luxe die tegelijk haar eigen
ontkenning was – de luxe van het boerenland, niet steriel blinkend maar
met modder bespat.
In Helmond was Jan al vermaard voordat hij racete. Als leerling aan de
Ambachtschool pikte hij regelmatig de motor van zijn vader, een aannemer
met weinig succes. Scherp in de gaten gehouden door de politie, die hem
tientallen keren bekeurde, leerde hij in de binnenstad jakkeren en
sjezen. Op een dag stak in de Willem Prinzenstraat plotseling een kind
over. Jan aarzelde geen tel. Hij legde zijn motor dwars op het wegdek,
gleed door, en kwam enkele centimeters voor het kind tot stilstand. Een
legende was geboren.
Ook
op de baan maakte hij snel indruk. Na zijn eerste koers vroeg hij aan
een deskundige: ‘Hoe moet dat met die bochten?’ Het gekscherende
antwoord luidde: ‘Nou, de anderen sluiten in de bocht het gas af, maar
jij draait de kraan open.’ Door dit grapje ontdekte Jan de werking van
middelpuntvliedende kracht. De kraan opengooien werd trouwens zijn
specialiteit, want zijn starts waren een soort lancering. Als niet
minder dan het Atoomkanon uit Helmond raakte hij landelijk bekend.
In 1956 wist Jan in Schijndel als eerste Nederlander een Grand Prix in
de Koningsklasse (500 cc) op zijn naam te schrijven. Onbesuisd,
onbekookt, roekeloos, sensationeel, zo karakteriseerde men zijn
rijstijl, maar buiten de races toonde hij zich schuchter. De motorduivel
ontwaakte alleen op mul zand.
Lang voor de eerste voetballers was Jan een profsporter, ook qua inzet.
Eens reed hij een koers uit met zijn gaskabel in de hand. In Sint
Anthonis brak hij een been, maar vijf weken later hipte hij alweer samen
met zijn collega’s door de lucht. In Frankrijk kneusde hij bij een salto
een ruggenwervel, wat pas na maanden werd ontdekt. Hij kreeg een
gipskorset om en er werd voor zijn carrière gevreesd. Tegen
doktersadvies in liet Jan het gips eraf slaan, hij scheurde verder.
Toch ging Jan vrij vroeg voor de sport verloren. Hij prefereerde koersen
in het buitenland omdat daar beter werd betaald en hij rustiger zijn
rondjes kon draaien, zo liet hij weten. In Nederland verwachtte het
publiek altijd spektakel van hem en kreeg hij moeite met zijn
concentratie, vanwege de opdringerige achterban. De strijd om de
nationale titel negeerde hij al jaren, maar toen hij in eigen land zelfs
nog geen vijf keer aan de meet was verschenen, raakte hij zijn
internationale licentie kwijt.
In Helmond werd deze uitkomst toch wel als een flop ervaren. Waarom liet
hij zich zo opjutten door het publiek als hij dat niet wilde en ging hij
voor het grote geld dat niet kwam? Het was alsof zijn stadgenoten hun
beroerde zelf in hem terugzagen.
Gelukkig voor Jan woonde hij toen al veilig in het Limburgse Eijsden,
waar hij het café van zijn schoonouders beheerde. Uit zicht en vroeg aan
een hartaanval gestorven, bleef hij niettemin veel jongeren inspireren,
ook buiten de stad.
De Achterhoekse zanger Bennie Jolink van
Oerend hard
ontkende ooit dat hij van
iemand fan was geweest, behalve, gaf hij grif toe, van Jan Clijnk,het
Atoomkanon uit Helmond.
Jef de Jager
Met dank aan Marcel Hermans voor het mogen
gebruiken van de diverse foto's
Het complete levensverhaal over Jan Clijnk,
geschreven door Marcel Hermans is te bestellen via:
http://www.motocrossderazen.com/
Klik op het
logo hieronder om uw MX Boek
hier rechtstreeks te bestellen!
|