.30-09-1950
Nijverdal
Henk is actief geweest in de volgende motorsport takken,
Motocross, Trial, Enduro,
Grasbaan en de Strandrace van Le Touquet.
Hieronder een overzicht van de door Henk bereden motoren.
1966, Zündapp 49cc
1966, Trial wedstrijd met de Zündapp
1966, Eerste Enduro met de Zündapp
1967, Rond Sachs Cross
1967, Rond Sachs Enduro
1969, 50cc Rond Sachs Grasbaan
1969, Kreidler Enduro
Kreidler cross 50cc
1970 , 50cc Rond Sachs cross
1970 , 50cc Rond Sachs grasbaan
1970, Winnaar in Spaubeek, met de Husqvarna van Matt Ghiellen
1971, 100cc Rond-Sachs Enduro
1971, AJS cross 250cc
1973,
Monark, 100cc cross / grasbaan
1973, Monark,
125cc crosser
1974, Monark
100cc Enduro
1999, Zwarte Cross met de Honda
2006, KTM
Henk zijn palmares
1969, Nederlands motorcross kampioen, 50cc
junioren
1970, Nederlands kampioen Enduro, 50cc
junioren
1974, Nederlands Kampioen motorcross, 250cc Junioren
1974, 3e plaats in de 125cc GP van Nederland
te Rhenen
10 x Nederlands Kampioen Enduro
Winnaar van ruim "100 NK Enduro's"
Erelid van de MCNH uit Nijverdal
3x Sportman van het jaar in de gemeente
Hellendoorn
1978, 4e plaats in de Strandrace van "Le
Touquet"
1980 Winnaar van de WK Enduro in Bielefeld
(D)
Winnaar van de Thiaf Trial
1984, Wereldkampioen Enduro, tijdens de zesdaagse van Assen
1984
Wereldkampioen Enduro met het Nederlandse
Trofee Team,
tijdens de zesdaagse van Assen
1984, Winnaar van de "Hans de Beaufort beker"
1984, 3e in de Strandrace van Scheveningen
1985, Eerste Sportman van het jaar in de Provincie
Overijssel
Hier het medaille overzicht van Henk zijn Zesdaagse's
1971, Isle of Man, 100 cc Rond Sachs , Goud
1973, Dalton USA, 125 cc Monark, Goud
1974, Camerino Italy, 100 of 125 Monark, Brons
1975, Isle of Man, 100 of 125 Monark, Goud
1976, Zeltweg Austria, 100 cc Monark, Goud
1977, Povazska Bystric CZ, 250 cc SWM, Brons
1981, Elba Italy, 360 cc Montesa, Goud
1982, Povazska Bystric CZ, 360 cc Montesa, Brons
1983, Wales Engeland, 380 cc Honda, Goud
1984, Assen NL, 500cc Honda, Goud
1985, Lamolina Spain, 250cc Honda, Goud
Henk is ook te vinden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Henk_Poorte
2016, Henk zijn hobby nu, ATB ér
Henk Poorte
Niemand verwachtte dat
voor de ernstig
astmatische baby Henk
(1950) een
topsportcarrière in het
verschiet zou liggen.
Hij was de eerste baby
die in het sanatorium
Krönnenzommer lag, maar
hij overleefde. Ondanks
vele spuiten tegen astma
knokte hij zich erdoor
heen. Later ging de
jonge Henk voetballen,
maar hij hield het
nauwelijks een half uur
vol. Zijn oom handelde
in bromfietsen en al
sleutelend met zijn
neefjes raakte Henk
bezeten van snelle
mechanische motoren.
Deze bezetenheid zou
later resulteren in
twaalf keer Nederlands
kampioen motorcross en
enduro. Zijn hoogtepunt
beleefde Henk in 1984
tijdens de zesdaagse van
Assen waar hij
wereldkampioen werd in
alle klassen, tot nu toe
de enige in Nederland.
In 1985 kreeg hij de
Hans de Beaufortbeker,
de hoogste
onderscheiding in de
Nederlandse
motorsportwereld (KNMV).
Tevens werd Henk de
eerste sportman van
Overijssel.
Henk Poorte over die
begintijd: “Mijn vader
reed op een mobiletje,
die nog steeds in de
schuur staat. Op mijn
tiende reed ik er al op
rond. Als mijn vader het
slot erop deed om me te
ontmoedigen, wist ik het
weer los te peuteren.
Verder vond mijn vader
het altijd mooi hoor.
Mijn moeder was minder
blij met mijn keus, maar
ze zag me liever op de
motor dan als nozem op
de Dam. Op mijn
vijftiende werd ik lid
van de MCNH en reed ik
met een zelfgebouwde
brommer mijn eerste
pijlenrit ook wel enduro
genaamd. Ik betaalde
twee gulden en reed ze
meestal uit. Hier leerde
ik trajecten op een
bepaalde snelheid af te
leggen. Jan Tijhuis zag
wel wat in mij en van
hem mocht ik een echte
Rond Sachs crossmotor
proberen. Dat was wel
wat anders dan mijn
eerste crossbrommer met
een frame gemaakt van
onder andere
verwarmingsbuizen.
Gerard Rond uit Bennekom
was een framebouwer van
cross- en enduromotoren
waar een Sachs blok
onder zat. Hij zette er
goede rijders op en op
mijn zeventiende - mede
dankzij Jan Tijhuis -
reed ik op een Rond
Sachs waarop ik op mijn
achttiende mijn eerste
enduro reed. In 1969
werd ik voor het eerst
Nederlands
motorcrosskampioen
klasse 50cc bij de
junioren.”
In de motorsport is het
erg belangrijk op welke
motor je rijdt. Henk
heeft op zeven
verschillende types
motoren gereden:
Zündapp, Rond Sachs,
Monark, Gebben Kreidler,
SWM, Montesa en Honda.
Op de laatste motor, een
Honda 500cc tweetakt,
wint Henk na een felle
strijd met Kees van der
Ven in 1984 op zijn 34e
de zesdaagse in Assen en
wordt hij overall
wereldkampioen enduro,
het zwaarste onderdeel
in de motorsport. Zijn
trophyteam wint tevens
het landenklassement. De
gouden Honda Venko ploeg
van Henk bestond uit
captain Gerrit Wolsink
(de vliegende tandarts),
Henk van Mierlo, Dinand
Zijlstra, Martin
Schalkwijk, Simon Schram
en natuurlijk Henk
Poorte. NOS Studio Sport
volgde het evenement op
de voet en Hans Kiviet
gaf commentaar bij de
tv-beelden. Henk: “Ik
moest drie keer per dag
rondes van 120 km
rijden. Tijdens elke
proef zijn er
tijdcontroles die je
moet klokken. Als je
tijd over hebt, kun je
sleutelen aan je motor
want je moet behalve
hard rijden je spullen
heel houden. Het
slotrennen was op het
motorcircuit in Norg.
Met zes rijders hadden
we het minste aantal
punten ofwel secondes.
We reden tegen teams uit
de hele wereld maar de
sterkste endurolanden
waren toen
Oost-Duitsland, Zweden,
Frankrijk en Italië. De
overwinning was een
droom die uitkwam en
waar ik jaren naartoe
gewerkt had. Ik werd na
de finish bedolven door
mensen met bloemen. We
werden gehuldigd op
ijsbaan De Smelt in
Assen waar we een
rondrit kregen in een
arreslee. Later in
Nijverdal ben ik met
paard en wagen
rondgereden en op het
gemeentehuis ook nog
gehuldigd.”
Helaas heeft Henk van
zijn hobby niet zijn
beroep kunnen maken. “Ik
ben drie jaar semi-prof
geweest. Ik werkte halve
dagen bij Roelofs, waar
ik nu nog werk, en reed
toen voor Montesa. Daar
ben ik mee gestopt, want
het was geen vetpot.
Uiteindelijk heb ik 18
jaar zelf gesleuteld en
getraind. Ik heb wel
altijd goede sponsoren
gehad zoals de Shell,
Venko, Eurol, Gert Rond,
Derk de Vos, Wim Suiker,
Montesa, Honda et
cetera. Ik had het er
echt voor over ook al
was het intensief. In de
weekenden reed ik zowel
enduro als motorcross.
Samen met Miny, mijn
vrouw, reed ik heel
Europa door met een
grote bus of caravan. We
waren soms twee maanden
van huis. De laatste
jaren van 1982 tot en
met 1985 werd Ton
Hegeman mijn monteur,
wat me heel veel tijd en
werk scheelde.”
Motorcross was en is
zijn lust en zijn leven.
Henk: “De techniek, de
beheersing van de motor
en vooral het genieten
tijdens het rijden is
leuk. Als je gedurende
een zesdaagse in een
trance komt, is dat een
heerlijk gevoel. Tijdens
een enduro moet je ook
goed sleutelen, banden
wisselen en kunnen
rekenen. Verder spelen
de omstandigheden als
bergen, grindpaden, zand
en ruw terrein een grote
rol in de beleving. Het
afzien hoort er ook bij
natuurlijk. Het is een
zeer blessuregevoelige
sport, maar ben er vrij
ongeschonden door
gekomen. Ik heb volledig
geleefd voor de sport.
Het verschil tussen
motorcross en enduro is
dat je bij motorcross
twintig minuten later
over de finish komt,
terwijl met enduro je de
hele dag echt aan het
motorrijden met zware
terreinproeven bent. Dat
vind ik het mooie aan
enduro.” De
mogelijkheden voor het
crossen waren in
Nijverdal en omgeving
volop aanwezig. “Ik had
de vrijheid om direct
weg te rijden van huis.
Ik kon crossen langs de
Palthetoren op de
Sprengenberg over de
heidevelden en door de
bossen. Ik heb duizenden
rondjes door het
Kattenbos gereden. Dat
zou nu ondenkbaar zijn.
In die tijd waren de
bossen nog vrij om
doorheen te crossen.”
De ogenschijnlijke
rustige Henk zegt over
zijn eigen crossstijl:
“Je ziet hem wel maar je
hoort hem niet. Ik was
een technische en
geraffineerde rijder. Ik
was secuur,
geconcentreerd en kon
goed langs de randjes
rijden. Ik heb voor mijn
leven moeten vechten
toen ik astma had,
waardoor ik een enorme
overlevingsdrang en
vechtlust heb. Ik wist
gewoon niet van
ophouden. Oh ja, en ik
had een goede kopstart
als eerste de bocht in
en dat scheelt heel
veel.” Er is nogal een
verschil tussen de
motorcross van de jaren
tachtig en nu. “Alles is
professioneler. Ze komen
nu met grote campers en
monteurs. Voor de
rijders is het wat
makkelijker omdat er
meer geld beschikbaar
is. De motoren worden nu
ook kant-en-klaar
gebouwd terwijl wij een
gedeelte van de motor
zelf bouwden.”
Henk kijkt met veel
plezier terug op zijn
sportcarrière. “Ik heb
twintig jaar (1965-1985)
topsport bedreven zonder
dat het wat gekost of
opgeleverd heeft. Ik heb
zowel grasbaanraces,
Trial motorcross en
enduro gedaan. Miny
leerde ik al op mijn
achttiende kennen. Zij
was en is mijn grootste
steun en toeverlaat. Zij
reed overal met me
naartoe en heeft me 100%
gesteund. De sport heeft
me veel gebracht zoals
de eer, het overwinnen
van astma,
zelfvertrouwen, en ik
heb veel mensen leren
kennen. Ik kwam laatst
de Zweedse endurorijder
Thomas Gustafson nog
tegen. Eigenlijk is de
motorsport een grote
vriendenkring die elkaar
graag helpt. Ik ben nu
60 jaar en heb er een
tijd niet bij stil
gestaan. Ik ben in 1985
echt op het hoogtepunt
gestopt. Ik ben altijd
nuchter gebleven, want
er komt altijd weer een
dag dat je met een
broodtrommeltje onder de
snelbinder naar je werk
fietst. Ik sport nog
steeds door te fietsen
en mountainbiken bij
CC’75. Ik werk ook nog
bij het interieurbedrijf
Roelofs als chef
magazijn. Ik geniet
ontzettend veel van mijn
kinderen en
kleinkinderen. Als ik
mijn leven over zou
mogen doen, dan werd ik
opnieuw motorcrosser.”
Auteur: Merith Lebbink
Eerder gepubliceerd in:
Nijverdal: verleden,
heden, toekomst.
Uutgeverieje 'n Boaken,
2011
|
Klik op het
logo hieronder om uw MX Boek
hier rechtstreeks te bestellen!
|